Kabinet Pepijn Verheyen

Ontwerpen van een dementietuin

Ontwerpen van een dementietuin

Een speciaal voor dementen ontworpen belevingstuin kan hen motiveren om te bewegen op een gezonde manier, zelfstandig te zijn in deze veilige ruimte, herinneringen op te roepen aan hun jeugd, tijd door te brengen met familie…

Elk bejaardentehuis, zorginstelling of plek waar dementen hun dag moeten doorbrengen zou in het ideale scenario moeten beschikken over een, speciaal op hen afgestemde, tuin.

Gelukkig zien we een positieve ontwikkeling op dit vlak. Vele zorginstellingen zien het nut in van een dementietuin. Hierdoor beschikken al heel wat instellingen over een tuin op maat van hun bewoners.

Voor wie met het idee speelt om een dementietuin aan te leggen geven we hier alvast enkele tips.

Waar houden we best rekening mee bij het ontwerpen van zo’n dementietuin? Welke doelstellingen moeten we nastreven en welke aandachtspunten mogen we zeker niet uit het oog verliezen?

Enkele tips met betrekking tot de inrichting van een dementietuin of een tuin voor iemand die kampt met dementie.

Een tuin biedt tal van voordelen. Zowel economisch, fysiek, psychisch als sociaal. Tuinen worden als sinds oudsher ingezet als therapeutisch middel. Het is echter nog maar recent dat ook wetenschappelijk onderzoek het therapeutisch nut van ‘groen’ bevestigt. Iedereen is gebaat bij ‘groen’ of tuinen. Toch kan een tuin voor bepaalde doelgroepen een extra voordeel opleveren. Dementen bijvoorbeeld zijn vaak veel geholpen met een speciaal voor hen ontworpen tuin. Nog meer dan bij andere bevolkingsgroepen heeft een tuin, voor bejaarden in het algemeen en dementen in het bijzonder, immers tal van positieve effecten.

Veel typische kenmerken van de ziekte zoals onrust en angst kunnen via een tuin positief beïnvloed worden. Meer informatie over de voordelen van een tuin voor dementen vind je in ons artikel dementie en tuinieren.

Belevingstuin

Het begrip ‘een tuin moet je kunnen beleven’ vindt meer ingang in onze maatschappij. Zeker dementen zijn gebaat bij een omgeving die ze kunnen beleven met al hun zintuigen. Een tuin die gericht is op het beleven van en het contact maken met de omgeving draagt de naam belevingstuin.  Onder ‘de omgeving’ verstaan we zowel de fysieke omgeving (de tuin op zich) als de sociale omgeving (de medebewoners, het personeel,…). Beleven kan zowel op een actieve (tuinieren, wandelen,…) als op een passieve (gewoon op een bankje zitten en luisteren, ruiken,…) manier gebeuren.

Een belevingstuin biedt de mogelijkheid tot het aangaan van interactie en communicatie. Men probeert zo de gebruikers van de tuin cognitief en fysiek te stimuleren. Op deze manier kan de tuin bijdragen aan het welzijn van de gebruikers.

Doelstellingen

Een tuin dient men zoveel mogelijk af te stemmen op zijn (toekomstige) gebruikers. Dit is zeker het geval bij mensen met dementie. Via de tuin kunnen we onderstaande doelstellingen zoveel mogelijk trachten te bereiken.

  • Zintuigen prikkelen en herinneringen oproepen
  • Aanzetten tot beweging
  • Stimuleren van sociaal contact en interactie
  • zelfstandigheid promoten
  • verminderen van stress en angst

Zintuigen prikkelen en herinneringen oproepen: Niet voor niets worden belevingstuinen vaak gebruikt bij dementen. Belevingstuinen spelen in op alle zintuigen en zetten aan tot interactie met de omgeving. We kunnen de tuin passief beleven met al onze zintuigen (bijvoorbeeld zittend op een bankje) of eerder actief (bijvoorbeeld al tuinierend).  Probeer dus via het ontwerp/concept zoveel mogelijk zintuigen aan te spreken. Zintuiglijke ervaringen kunnen helpen om herinneringen op te roepen en het geheugen te stimuleren. Denk maar aan geuren. Geuren roepen vaak een sterkere herinnering en emotie op dan visuele beelden. Ook het gebruik van bepaalde elementen en het voorzien van bepaalde activiteiten uit het verleden van de dementen kan helpen om herinneringen op te roepen en een gesprek op gang te brengen.

Aanzetten tot beweging: Beweging is goed voor onze fysieke en psychische gezondheid. Beweging vermindert stress, depressie en angst. Problemen waar mensen met dementie worden mee geconfronteerd. Dementen hebben vaak een tekort aan beweging. Een tuin kan stimuleren en aanzetten tot beweging. Zorg er daarom voor dat de tuin, door een gebruiksvriendelijke en herkenbare opbouw, uitnodigt tot beweging. Activiteiten zoals het water geven aan bloemen, wandelen, het wieden van onkruid, de was ophangen,… zorgen voor een extra portie dagelijkse beweging.

Stimuleren van sociaal contact en interactie: Sociaal contact is onontbeerlijk voor ons welbevinden. Een tuin kan sociaal contact faciliteren doordat hij functioneert als ontmoetingsplaats. Vrienden, familie, personeel en medebewoners kunnen met elkaar contact leggen in de tuin. Vergeet zeker niet de mogelijkheid om met de kleinkinderen de tuin te bezoeken. Kinderen hebben meestal een zeer gunstige invloed op ouderen. Een tuin is een aangename plek, voor kinderen en ouderen, om samen wat tijd door te brengen.

Zelfstandigheid promoten: In een zorginstelling is ‘de verzorgde’ voor vele zaken afhankelijk van een ander (het personeel). Dit doet geen goed aan het zelfbeeld; onze zelfredzaamheid, gevoel van eigenwaarde en zelfvertrouwen. Een tuin is een ruimte waar men zelfstandig activiteiten kan uitvoeren. Probeer de tuin daarom zo in te richten dat bewoners er zelfstandig gebruik van kunnen maken en eigenhandig kunnen kiezen wat ze er willen doen. Keuzevrijheid en zelfstandigheid zijn belangrijke factoren i.r.t. ons welbevinden.

Verminderen van stress en angst, promoten van ontspanning en betere stemming: Groen vermindert stress, angst en pijn. Een bezoekje aan een groene omgeving zoals een tuin verbetert onze stemming. Mensen met dementie worstelen vaak met gevoelens van angst en agitatie. Een tuin kan hen helpen om deze gevoelens beter onder controle te krijgen.

Aandachtspunten

Ontwerpen we een tuin voor mensen met dementie dan moeten we met een aantal zaken rekening houden.

Natuurlijke elementen zoals water, zonlicht, planten en bloemen, vogels en  andere dieren en geur zouden ons volgens onderzoek een beter gevoel geven, stress reduceren en bijdragen aan ons algemeen welbevinden. Een therapeutische tuin zoals een tuin voor dementen zou dus zo veel mogelijk over bovenstaande natuurlijke elementen moeten beschikken.

Bij het inrichten van een belevingstuin mag men de waarneming van de seizoenen ook zeker niet uit het oog verliezen. Opteer in dit kader bijvoorbeeld voor planten met uitgesproken seizoenskenmerken zoals een bijzondere herfstverkleuring.

Verder mag men onderstaande zaken niet uit het oog verliezen:

Veiligheid:

Een tuin moet ons psychisch een veilig gevoel geven maar ook fysiek de nodige veiligheid bieden. Zeker bij dementen is veiligheid iets waar men absoluut de nodige aandacht aan moet besteden.

Gevoeligheid van de huid: Mensen met dementie hebben vaak een gevoelige huid, voor te fel zonlicht moet men uitkijken. Uitslag kan te wijten zijn aan bepaalde medicatie maar ook aan het in contact komen met bepaalde planten.

Om huidproblemen te voorkomen integreer je in het ontwerp best enkele zones waar men uit de zon kan zitten en vermijd je het gebruik van beplanting die huidirritaties veroorzaakt.

Sensorische gebreken: Oudere mensen en mensen met dementie kunnen sensorische problemen hebben zoals gehoorverlies of een verminderd zicht. Daarom moet de tuin toegankelijk en veilig zijn voor mensen met zintuiglijke afwijkingen.

In dit opzicht moeten de paden vrij zijn van obstakels. Sterk geurende planten en/of planten die ruisen in de wind kunnen bijvoorbeeld dienst doen als bakens om slechtzienden door de tuin te leiden.

Ronddwalen: Dementen hebben de neiging rond de dolen en weg te willen. Ze kunnen zich moeilijk(er) oriënteren en geraken vaak de weg kwijt. Tuinpaden met een hek aan het einde leiden de demente naar het hek waar hij door zal willen ontsnappen. Maak daarom paden die mensen doorheen de tuin begeleiden. Zorg dat ze een circuit kunnen volgen zonder ‘einde’. Een pad dat niet doodloopt op een uitgang of een hek waar ze niet doorheen kunnen.

Men kan de aandacht van poorten, hekken,… afleiden door ze te verbergen achter struiken of potten met planten. Gebruik geen traliewerk of draadafsluiting zonder beplanting. Dit roept het typisch gevangenisgevoel op, een plek die men zo ervaart en waaruit men wil ontsnappen. Is een hoge afsluiting toch noodzakelijk bedek deze dan met planten zodat je een natuurlijke grens creëert.

Verminderde mobiliteit: Ouderen zijn veelal minder goed te been of afhankelijk van hulpmiddelen zoals een rolstoel. Gebruik verhardingsmaterialen waarop men niet kan uitglijden. Maak paden breed genoeg voor rolstoelen en / of voor 2 personen die zij aan zij willen wandelen om elkaar te ondersteunen. Een reling langsheen het pad geeft ouderen de kans om de tuin alleen te verkennen en onafhankelijk te blijven.

Beplanting: Voorzie ‘veilige’ planten. Dit houdt in dat je voor planten kiest die niet giftig zijn en planten gebruikt die geen doorns of stekelige, scherpe kanten hebben waar men zich aan zou kunnen bezeren.

Water: Water trekt van nature onze aandacht en geeft rust. Het is een onmisbaar element in een belevingstuin. Toch is enige voorzichtigheid geboden. Zo kunnen vijvers gevaarlijk zijn voor mensen met dementie. Daarom is het aangeraden om waterelementen zonder enige diepte te voorzien zoals watertafels, borrelelementen, fonteintjes,… Het is leuk als de dementen de mogelijkheid krijgen om het water tastbaar te beleven (aanraken, horen,… ). Zet het waterelement dus op een plaats waar de beleving optimaal maar niet dwingend is. Helemaal leuk is het als er ook vissen in het water zitten. Dieren (herkenbaarheid, beweging en levendigheid) leveren als natuurlijk element een bijzondere bijdrage, verminderen stress en verbeteren onze stemming.

Specifieke zaken voor de doelgroep: Veiligheid is binnen elk concept belangrijk. Met betrekking tot de specifieke doelgroep zijn er echter enkele bijzondere zaken waar men bij een tuinontwerp voor mensen met dementie rekening mee dient te houden.

Herinneringen: Tuinen kunnen mensen met dementie helpen om herinneringen op te roepen aan vroeger. Dit kan bijvoorbeeld door het gebruik van specifieke bloemen en groenten uit hun jongere jaren zoals dahlia’s of kolen. Ook kan de tuin uitnodigen tot het ondernemen van activiteiten uit hun verleden zoals de was ophangen, groenten oogsten, dieren voederen…. Het praten over hun favoriete planten, wat men vroeger kweekte,… kan (verloren) herinneringen oproepen.

Visuele perceptie: Misperceptie en misidentificatie van elementen in de omgeving zijn een veelvoorkomend probleem bij dementie. Men ziet iets anders dan wat realiteit is. Een donkere schouw wordt een dief op het dak, een groepje lagere bomen wordt een groepje mensen die iets kwaad in hun mars hebben. Planten en objecten moeten zo gekozen worden dat men ze duidelijk kan identificeren en niet voor iets anders kan aanzien dan wat ze in werkelijkheid zijn. Abstracte kunst is in dit opzicht uit den boze.

Schaduwen: In het kader van het voorgaande moet men ook oppassen met de schaduw van objecten. Ook dit kan al snel tot misperceptie en angst leiden. Schaduwen op de grond kunnen beschouwd worden als gaten in de grond waar men in kan vallen of obstakels die men moet vermijden. Een lichte, luchtige tuin zal minder ‘misleidende’ schaduw geven.

Zonlicht: Zoals reeds eerder aangegeven is de huid van dementen veelal zeer gevoelig voor direct en overvloedig zonlicht. Vooral als de zon weerkaatst op blinkende oppervlakten. Materialen van objecten en paden zijn in deze optiek idealiter mat en niet blinkend.

Putdeksels: Putdeksels, zeker in paden, kunnen ook de indruk geven dat het gaten zijn waar men in kan vallen. Maar putdeksels kunnen ook aanleiding geven tot valpartijen. Voorzie ze daarom op hetzelfde niveau en in hetzelfde materiaal als de rest van het pad.

Toegang: Ideaal is het wanneer men de tuin fysiek kan betreden. Is dit niet mogelijk dan biedt het zicht op een tuin alleen al heel wat voordelen. Onderzoek heeft aangetoond dat zicht op een tuin bij dementen kan zorgen voor het verminderen van geagiteerd en agressief gedrag. Voorzie dus een interessant zicht van binnen naar buiten toe. Plaats bijvoorbeeld, als blikvanger, een vogelvoedertafel voor het raam.

De ingang tot de tuin moet goed zichtbaar en gemakkelijk te vinden zijn. Is dit niet het geval dan geeft dit frustratie, angst, stress en agressie. De ingang en de te volgen route moet met andere woorden zo duidelijk mogelijk zijn.

Zitplaatsen: Mensen met dementie willen soms graag even op zichzelf zijn. Voorzie zitplaatsen waar men zich eventjes rustig kan terugtrekken. Langs de andere kant wilt men soms ook in gezelschap van de tuin genieten.  Met medebewoners, familie, vrienden,… Een tuin en de bijhorende activiteiten zoals tuinieren kunnen mensen samenbrengen en hen zo aanzetten tot het leggen van meer sociale contacten. Vergeet dus zeker geen gemeenschappelijke zitplaatsen/ruimten waar men met een groep kan plaatsnemen.

Verhoogde plantvakken en bakken: Bakken op hoogte of verhoogde plantvakken laten mensen die niet meer zo goed kunnen bukken of in een rolstoel zitten toe om de tuin beter te kunnen beleven. Men kan wat lichte arbeid verrichten en de planten ruiken en aanraken.

Licht: Mensen met dementie hebben het vaak moeilijk om iets te zien wanneer er onvoldoende licht is. Ze hebben meer licht nodig dan ouderen in het algemeen om hun omgeving te beleven. Vermijd donkere hoeken met weinig licht. Witte en gele beplanting helpt het licht te reflecteren. In de herfst, lente en winter kan extra verlichting van de paden en zitplaatsen nodig zijn.

Tot slot nog enkele youtube filmpjes met voorbeelden van reeds gerealiseerde dementietuinen:

 

Tuin voor Alzheimer-patiënten in het woonzorgcentrum De Dilgt in Haren, Nederland

Belevingstuin in het woonzorgcentrum St. Jozef in Wijchen, Nederland

Zintuigprikkelende tuin woonzorgcentrum Lichtendal in Kortrijk, België